Versterking van het interne controlesysteem
Daarom is het belangrijk dat er maatregelen worden genomen die de kans op deze risico’s beperken. Zo stelde een werkgroep een deontologische code op die onze ambtenaren moet helpen om hun job op een integere manier uit te voeren. Elke medewerker van Financiën werd van die code op de hoogte gebracht en moest ze ook ondertekenen. Daarnaast worden cursussen georganiseerd zodat iedereen die in contact komt met burgers weet welke houding hij moet aannemen als hij wordt geconfronteerd met ethische dilemma’s.
De FOD Financiën heeft de voorbije jaren ook beslist om zijn interne controlesysteem te versterken. In 2013 werden zeventien senior interne controleurs aangeworven. Drie daarvan werken bij B&B en maken deel uit van het Expertisecentrum Interne Controle. Zij zijn er belast met coördinatietaken. De overige interne controleurs zijn toegewezen aan een andere administratie of stafdienst.
Interne controle moet leiden tot een goed beheer van de organisatie. Dat beheer is gebaseerd op een systematische benadering en werkt niet geval per geval. Daarin onderscheidt een interne controle zich ook van een interne inspectie: de nadruk ligt op het nastreven van doelstellingen, de responsabilisering van het personeel en het risicobeheer. Het referentiekader van de FOD Financiën voor interne controle is het COSO-model (Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission), dat werd aangepast voor de openbare sector. Daarvoor heeft elke administratie en stafdienst onder andere de vijf belangrijkste risico’s waarmee ze worden geconfronteerd vastgelegd en hebben ze zelfevaluatiesessies georganiseerd om de maturiteitsgraad van de controleomgeving te leren kennen.
Door de interne controle verder te ontwikkelen stelt de FOD Financiën zijn ambtenaren in staat om te werken in een beter beheerste, maar ook efficiëntere omgeving.