Nationale samenwerking
- 5.1.1 - Aantal klachten ingediend bij het parket
- 5.1.2 - Uitwisseling van inlichtingen bij de AABBI en andere vormen van samenwerking
5.1.1 - Aantal klachten ingediend bij het parketprint
Aantal klachten ingediend bij het parket 2011 2012 2013 AAII 4 7 11 AABBI 63 103 91 AABBI
Wanneer medewerkers bij het voeren van hun onderzoek feiten vaststellen die strafrechterlijk vervolgbaar zijn, is het hun taak om die informatie - na akkoord van de bevoegde gewestelijk directeur - mee te delen aan de gerechtelijke autoriteiten voor verder gevolg. Die kennisgeving wordt per zaak opgesteld en kan dus meerdere feiten bevatten of op meerdere belastingplichtigen (inbegrepen hun raadgevers) betrekking hebben. De door de AABBI overgemaakte kennisgevingen in 2013 hebben hoofdzakelijk betrekking op de volgende fraudemechanismen:
- niet aangegeven inkomsten of resultaten: 31%
- valse facturen: 25%
- niet-aangifte: 16,5%
- carrouselfraude: 12,5%
- andere: 10%
- witwasmechanismen: 5%
AAII
Het aantal klachten ingediend via AAII is gestegen van 7 in 2012 naar 11 in 2013. De klachten betreffen vooral het gebruik van valsheid in geschrifte, schending van vennootschapsrechtelijke of fiscaalrechtelijke bepalingen, bedrieglijk onvermogen, belastingfraude, misbruik van vennootschapsgoederen, ...
5.1.2 - Uitwisseling van inlichtingen bij de AABBI en andere vormen van samenwerkingprint
Uitwisseling van inlichtingen bij de AABBI en andere vormen van samenwerking 2011 2012 2013 Vraag om inlichtingen aan de AABBI 471 501 421 Meldingen van inlichtingen aan de AABBI en andere vormen van samenwerking 830 970 1041 Deze samenwerking heeft betrekking op twee externe partners van de AABBI: enerzijds de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) die zijn werkzaamheden onder gezamenlijk toezicht van zowel de FOD Justitie als de FOD Financiën verricht, en anderzijds het parket.
De programmawet van 29.03.2012 heeft verscheidene wijzigingen aangebracht aan de “anti-witwaswet” van 11.01.1993. De nieuwe maatregelen hebben tot doel om de Belgische wetgeving in overeenstemming te brengen met de praktijk die in de buurlanden gangbaar is. De nieuwe bepaling is opgenomen in artikel 33, 3de lid van de wet van 11.01.1993.
Ambtenaren van de FOD Financiën die feiten vaststellen waarvan zij weten of vermoeden dat ze verband houden met het witwassen van geld of de financiering van terrorisme moeten, overeenkomstig dit artikel de CFI daarvan op de hoogte brengen. Dit doen zij aan de hand van het meldingsformulier dat gericht moet worden en aan het bevoegde Single Point of Contact van hun administratie bij de dienst Coördinatie anti-fraude (CAF). De CAF staat in voor de doormelding aan de CFI.
De samenwerking met de CFI is uiteengezet in de instructie VP 2013/03970 CAF/2013/01.
Beide partijen mogen in het kader van hun werkzaamheden de AABBI om fiscale informatie verzoeken of van fiscale informatie voorzien. Ook hier kan een vraag of een mededeling betrekking hebben op meerdere belastingplichtigen.
Daar waar een vraag om inlichtingen vragen bevat die moeten worden beantwoord in het kader van een onderzoek, bevatten de mededelingen vastgestelde elementen van fraude. Dat betekent concreet dat, in tegenstelling tot de vraag tot inlichtingen, een mededeling aan de AABBI door de inputbeheerscellen van de AABBI zullen worden geanalyseerd en mogelijks de aanleiding zullen zijn voor het openen van een onderzoek door de AABBI.