Europese Unie
Aansluitend op de werkzaamheden van de werkgroep ‘Gedragscode’ rond winstdelende leningen heeft de Europese Commissie een wijziging van de moeder-dochter richtlijn voorgesteld, die een lidstaat in staat moet stellen om deelnemingsdividenden te belasten die voorheen in de lidstaat van de dochteronderneming fiscaal in aftrek werden gebracht.
De FOD Financiën moet erop toezien dat de Belgische fiscale wetgeving in overeenstemming is met het Europees recht, meer bepaald door rekening te houden met de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie (HJEU). Dat Hof spreekt zich immers steeds vaker uit over de verenigbaarheid van de fiscale wetgeving rond directe belastingen van de lidstaten met het gemeenschapsrecht.
In 2013 heeft het HJEU ongeveer 20 interpretatieve arresten geveld op zeer uiteenlopende gebieden zoals de grensarbeiders die inwoner zijn van Zwitserland, de belastingheffing naar aanleiding van een zetelverplaatsing, de aftrek van verliezen ingeval van fusie, het voorkomen van dubbele belasting van inkomsten die worden verkregen door natuurlijke personen die inwoner zijn, de notionele interestaftrek en de belasting van de interest van buitenlandse spaarboekjes.